Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen heeft Judas, dien Hem verraden had, ziende, dat Hij veroordeeld was, [2]berouw gehad, en heeft de dertig zilveren [penningen] den overpriesters en den ouderlingen [3]wedergebracht, 2. Dit was geen oprecht berouw, gelijk Petrus had, alzo het niet was gepaard met verbetering des levens, noch met geloof en betrouwen van vergeving zijner zonden. Paulus noemt zulk een berouw, gelijk Juda had, ene droefheid, der wereld, die den dood werkt; 2 Kor.7:10. 3. Grieks, werdergekeerd; dat is, weder uitgekeerd.